Remy & Veenhuizen
interview
interview
Experimenteren, daar gaat het om bij kunstenaarsduo Remy & Veenhuizen. De basis ligt bij het materiaal. Ze beginnen met een idee en van daaruit groeit het. Dat is hun sleutel tot succes, wat ook blijkt uit het winnen van de Boellaardprijs, een prijs voor Utrechtse kunstenaars. Remy & Veenhuizen zijn medeoprichters van het Uranus Cultuurlab en zien veel voordelen in het collectief.
‘Wij zijn productontwerpers, opgeleid om meubels te maken. In de loop der tijd zijn we ons ook bezig gaan houden met het inrichten van de openbare ruimten, het maken van objecten voor buiten. Dat zijn vaak opdrachten voor scholen, culturele instellingen, gemeentes en woningcorporaties. Ook werken we aan interieuropdrachten en proberen we zelf projecten te ontwikkelen. Je herkent ons werk aan het gebruik van diverse materialen en recycling.’
‘In een klassiek ontwerpproces ga je nadenken, een concept bedenken, tekeningen maken, modelletjes maken en dat wordt steeds groter totdat je een product krijgt. Wij hebben juist de neiging om te experimenteren en vanuit het materiaal producten te ontwikkelen. We beginnen gewoon en dan kan het ontwerp nog helemaal veranderen. Op die manier groeit het.’
‘Dat verschilt. Bij opdrachten ligt het vaak aan de locatie zelf. Vanuit de omgeving en omstandigheden die daar heersen en gesprekken met architecten en opdrachtgevers, probeer je tot een uitgangspunt te komen. We proberen iets specifiek voor die plek te maken. Zo hadden we een project waarbij het uitgangspunt het materiaal bamboe was. Hiervoor bedachten we een stoel. Dit is een goed voorbeeld van iets dat is ontstaan zonder eerst te tekenen. Wij denken dat je juist aan de hand van materiaal moet kijken of iets constructief werkt.’
‘Dat is lastig om te zeggen, maar de bamboe stoel staat hoog op ons lijstje. De tennisballenbank hoort daar ook bij. Dat was iets conceptueels voor een museum. Ze wilden iets voor een ruimte waarbij je allerlei dingen uit de hele collectie kon zien. De collectie is een soort organisme, dus moesten de banken voor ons ook organismen zijn.’
‘We zijn nu bezig met de inrichting van een park in een woonwijk in Hoofddorp. In het voorjaar wordt dat opgeleverd. Er zijn veel nieuwe huizen gebouwd in de wijk. We wilden daarom een plek bedenken waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Dat hebben we gedaan door een opstelling te maken die je doet denken aan een erf van een boerderij. Hoofddorp is zo ongeveer het diepste punt van Nederland; het ligt zo’n vijf meter onder de zeespiegel. Het Haarlemmermeer was één van de eerste Nederlandse polders. Het is als het ware een pioniersplek. Daar haalden we onze inspiratie vandaan.’
‘In Utrecht en Dordrecht staan hekken die wij gemaakt hebben. Scholen vroegen ons iets te doen met het schoolplein. Toen bleek dat er een hek omheen zou komen te staan, hebben we daar mee gewerkt in plaats van met het plein. Verder hebben we voor het Centraal Museum een tentoonstelling ingericht met werk van Dick Bruna (Dick Bruna Huis).
Op een schoolplein in Delft staat een eiland met een palmboom gemaakt van beton. We hebben van rubber een mal gemaakt, patronen uitgefreesd en daar beton in gestort. Het werk is gebaseerd op de tekeningen van kinderen die hun ideale eiland hebben getekend. Op dat eiland kunnen kinderen nu klimmen en klauteren.’
‘We zitten in veel collecties van musea, bijvoorbeeld MoMA Amerika en Korea. We geven workshops aan studenten in o.a. Frankrijk, Spanje, Polen, Korea en Italië. Vaak over onze expertise beton. Een goedkoop materiaal waar je goed mee kan experimenteren.
Ook hergebruiken we materialen. We laten studenten dingen met afval maken. Stagiaires zijn bijna bang voor materiaal en wij dwingen ze juist om er rechtstreeks mee te werken. In Korea hadden ze bijvoorbeeld nog nooit een boormachine, popnageltang of decoupeerzaag vastgehouden.’
‘In de stad heb je vaak te maken met tijdelijke ruimtes. Wij hebben erg veel materiaal, waardoor we behoefte hebben aan vaste ruimte. En het is leuk dat hier meerdere creatieve ondernemers zitten met wie goed contact is. De kern is dat we het helemaal zelf doen.’